Thea Ruesen. Foto: Esther Nederlof
Thea Ruesen. Foto: Esther Nederlof

In De Taverne: Thea Ruesen

Algemeen DinXperience

DINXPERLO - Thea Ruesen-Elting groeide op tijdens de Tweede Wereldoorlog. "Dit was een heftige periode en daarna, toen er veel gesmokkeld werd, was het nog steeds spannend. Als kind zag en wist je veel, maar ons werd bijgebracht dat we altijd moesten zeggen: 'Ik weet van niets.'"

Door Esther Nederlof

In 1933 werd Thea geboren aan het Kerkhofpad in Dinxperlo. Maar omdat haar vader Duits was, moest het gezin in 1934 verhuizen naar Duitsland. Dat werd een woning aan de Heelweg, aan de Suderwickse kant. Thea was 7 jaar toen de oorlog begon. "In eerste instantie merkte ik er als kind weinig van. Maar toen kwam er prikkeldraad in de Heelweg. Je kon wel met Nederlanders praten, maar iets geven mocht niet. Al werd dat 's avonds in het donker wel gedaan." Van familie in Nederland kregen ze bijvoorbeeld nieuwe schoenen of lappen stof.
Thea herinnert zich nog het moment dat haar oma stervende was. Zij woonde aan de Nederlandse zijde van de Heelweg. "Mijn moeder en een tante wilden erheen, maar ze mochten niet naar de overkant van de weg. Ze moesten, door de diepe sneeuw, helemaal via Hemden, naar oma toe."

Tien dagen ondergronds
Een heftige tijd voor Thea waren de dagen rondom de bevrijding van Dinxperlo in 1945. "Eerst was er het bombardement op Bocholt. Mijn vader was daar, toen de bommen vielen. Vanuit Suderwick konden we het vuur zien branden. Hij raakte gewond aan zijn been, maar heeft het gelukkig overleefd. Vele anderen konden het niet navertellen."
Kort daarna verbleef het gezin tien dagen lang in een bunker onder de grond. "We schuilden daar die laatste dagen van de oorlog met ongeveer 15 personen. Er was een provisorisch toilet en we hadden genoeg eten en drinken. Op een gegeven ogenblik was de luchtdruk zo hoog dat de deur van de nooduitgang eruit vloog. Toen we er eindelijk uit konden, zagen we dat het hele achterhuis weg was." Ook zag Thea dode mensen en beesten op straat liggen. Dit maakte diepe indruk op haar. "Er stond een tank op straat en daar zaten twee dode Duitse militairen in. Dat beeld vergeet ik nooit."
Wat ze ook nog weet te vertellen is dat ze, ook al was ze Duits, chocolade en een sinaasappel van Engelse soldaten kreeg. Op die sinaasappel was ze zo zuinig, dat ze hem heeft laten verrotten.

Dronken bewaker
Na de oorlog moest het gezin het huis aan de Heelweg verlaten, omdat het geannexeerd gebied was. Thea kwam in Liedern terecht. Haar vader werkte als chauffeur bij een bedrijf in Marle Huls, waar ook de mensen die in het kamp vast zaten te werk gesteld waren. Dit betrof ook een aantal Dinxperlose mannen. "Mijn vader zag dat de arbeiders niet goed werden behandeld en dat ze honger hadden. Mensen kwamen toen eten brengen, zoals roggebrood of metworsten, en mijn vader gaf dit in onbewaakt ogenblikken aan hen. Op een gegeven moment heeft hij samen met iemand anders een bewaker dronken gevoerd met jenever. Ze hebben hem papieren laten tekenen, waarin stond dat een aantal personen vrijgelaten mocht worden. Die avond hebben ze diverse groepjes mensen uit het kamp vervoerd. Alle mannen uit Dinxperlo kwamen hierdoor veilig thuis. Nog vaak daarna hoorde hij: 'Als u er niet was geweest, dan waren we er nooit levend uit gekomen.'" Als dank kreeg hij een schilderij dat nu nog steeds bij Thea boven de bank hangt.
In 1954 trouwde Thea met Dinxperloër Bennie Ruesen en werd ze Nederlandse. Het huwelijk vond plaats in de Suderwickse kerk en in het Dinxperlose gemeentehuis. Opvallend is dat haar broers en zussen ook met Nederlanders trouwden. "Ik ben net zo goed Duits als Nederlands. Ik spreek beide talen en heb ook altijd familie en vrienden aan beiden zijden van de grens gehad. Van mijn eigen vier kinderen is er ook weer één met een Duitser getrouwd. Het is dus in onze familie helemaal gemengd. Ik ben wel blij dat de grenzen tegenwoordig open zijn."

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant