Dolf Ruesink schreef een boek over zijn herinneringen aan de jaren 50 en 60 als peuter, puber en provo. Foto: Nico Asbroek

Dolf Ruesink schreef een boek over zijn herinneringen aan de jaren 50 en 60 als peuter, puber en provo. Foto: Nico Asbroek

Twee bewogen decennia door de ogen van Dolf Ruesink

Algemeen

REGIO – Schaarste kent niet alleen maar negatieve kanten, betuigt schrijver en journalist Dolf Ruesink (1952). De geboren Winterswijker laat in zijn nieuwste boek ‘Bewaar de herinnering – peuter, puber en provo in de jaren 50 en 60’ zien hoe er net na de oorlog met weinig middelen toch geluksmomenten werden gecreëerd. Ook kijkt hij terug hoe hij als puber de welvaart enorm zag toenemen en wat de invloed daarvan op zijn generatie was. Het boek dient als spiegel voor zijn leeftijdsgenoten en als eerbetoon aan de mensen die de oorlog meemaakten. Zij die als parool hadden: ‘onze kinderen moeten het beter krijgen’.

Door Gerwin Nijkamp

Ruesink wil dat het boek meer is dan alleen een familiekroniek. Hij hoopt vooral dat het een feest der herkenning is voor iedereen die deze periode bewust heeft meegemaakt. ‘Bewaar de herinnering’ telt 208 pagina’s en meer dan honderd sfeerfoto’s, allemaal in zwart-wit afgedrukt: “Voor een rustig beeld en om ruimte voor verbeelding te laten.”

Observerende peuter
Aanleiding van het boek is de foto die uiteindelijk de cover is gaan sieren. Daarop zien we de kleine Dolf, voorop de fiets bij zijn vader. Met een observerende blik kijkt hij de wereld in die voor hem dan nog helemaal open ligt. Pa en ma zijn op het moment dat de foto wordt gemaakt - Koninginnedag 1954 - al getekend door de tijd. De foto is op haar beurt ook tekenend voor de tijd: fabrieksarbeider Ruesink heeft speciaal voor deze feestelijke dag zijn zondagse pak met stropdas uit de kast gehaald, moeder ziet er eveneens piekfijn uit.

Het kiekje, gemaakt door een straatfotograaf, is altijd bewaard gebleven. Toen de schrijver de foto weer onder ogen kreeg, wilde hij proberen om aan de hand van spaarbankboekjes, rapporten, foto’s en andere herinneringen een tijdsbeeld te schetsen van de bijzondere periode waarin hij als peuter, puber en provo zijn leven leidde. Bij het leggen van die puzzel had hij veel aan de hulp van zijn drie broers die in dezelfde periode opgroeiden. “Mijn herinneringen zijn natuurlijk gekleurd. Zij corrigeerden me en vulden aan waar nodig.”

Sober samenzijn
In het eerste hoofdstuk ‘Huis en haard’ omschrijft de schrijver hoe het leven in huize Ruesink en bij vele andere gezinnen er net na de oorlog uitzag. “Mijn ouders waren nog gehecht aan tradities en hadden ontzag voor het gezag”, vertelt Ruesink. Met weemoed denkt hij terug aan zijn jeugd. Ze leefden een eenvoudig en sober bestaan in Winterswijk, de vindingrijkheid was echter groot. Voor vrijwel alles was een oplossing. “In die tijd ging je in de winter met een kruik naar bed. Er was echter geen geld om iedereen er een te geven. Daarom legde mijn vader bakstenen op de kachel. Als je die goed inpakte, kon dat prima als kruik dienen.”

Lange ‘wilde’ haren
Was het leven in de jaren vijftig nog eenvoudig en voorspelbaar, de jaren zestig waren van geheel andere orde. Een periode waarin de welvaart een vlucht nam, de verzuiling afbrokkelde en het individu steeds belangrijker werd; op alle fronten werden de grenzen verlegd. Zoals zovelen liet Ruesink, tot afschuw van pa en ma, zijn haar groeien en werd zijn leven beïnvloed door televisie, muziek en het toenemende protest tegen de gevestigde orde. Als provo was hij betrokken bij de oprichting van het Winterswijkse jongerencentrum Eucalypta, vernoemd naar de vervelende heks uit de serie Paulus de Boskabouter. Ruesink sloot contracten met popgroepen als Living Blues, Golden Earring en Earth & Fire.

In het boek verhaalt Ruesink aan de hand van vele persoonlijke herinneringen en belevenissen, maar hij sluit het boek af met jaaroverzichten waarin puntsgewijs de belangrijkste nieuwsfeiten worden opgesomd. Daarnaast neemt hij de lezer in het hoofdstuk ‘Hoe ging het verder?’ mee in zijn leven na 1970. Dat staat voor een groot deel in het teken van zijn werk als verslaggever voor Tubantia, de krant waar hij ruim 42 jaar aan verbonden was. Met dezelfde observerende blik als de peuter voorop vaders fiets, zag hij hoe de wereld op vele fronten in een opwaartse spiraal terechtkwam. Ruesink beseft dat hij deel uitmaakt van een generatie die luxe als het ware in zijn schoot geworpen kreeg, maar vergeet niet waar hij dat aan te danken heeft. Hij geeft dat mooi weer op de voorlaatste pagina. “Toen ik in 1976 mijn eerste salaris als journalist van de krant ontving, was dat hoger dan het maandinkomen dat mijn vader als fabrieksarbeider kreeg. Hij was er toen al zo’n dertig jaar in dienst, maakte vele overuren en moest van het karige salaris een compleet gezin onderhouden. Ik geneerde me voor dit verschil, maar dat was volgens pa absoluut niet nodig. ‘Jij hebt er tenslotte voor geleerd’, was het antwoord, dat treffend weergeeft hoe zijn generatie zich wegcijferde voor de kinderen die het later beter moesten krijgen.”

Vanaf zaterdag 24 oktober is het boek verkrijgbaar in de boekwinkels en via www.boekengilde.nl.

Bewaar de herinnering on tour
Dolf Ruesink gaat met ‘Bewaar de herinnering – peuter, puber en provo in de jaren 50 en 60’ ook ‘on tour’. Met een koffer vol voorwerpen uit de jaren vijftig en zestig wil hij de verhalen uit zijn boek nog meer tot leven brengen. Op 12 november presenteert hij zijn boek in de Winterswijkse Museumfabriek, om 14.30 en 19.30 uur. Vanwege de coronamaatregelen moet er gereserveerd worden via de website.
Op de donderdagen 5, 19 en 26 november 2020 (zaal open 14.00 uur, aanvang programma 14.30 uur) staat Ruesink in zijn huidige woonplaats Haaksbergen. De presentaties zijn in het Kulturhus.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant