Niek Oonk: 'Oneerlijk dat we niet op de markt mogen staan'

DINXPERLO - “Het is schandalig dat er zo omgegaan worden met het lot van onze huisdieren!” Aan het woord Niek Oonk van Broon Dierbenodigdheden. Hij mag met zijn kraam niet meer op de weekmarkten in de regio staan in verband met de coronamaatregelen. Ook in Dinxperlo mag Niek zijn kraam niet meer opzetten op de markt. “Dieren moeten ook eten”, laat Oonk weten. “Daarnaast is het zo dat ik essentiële producten in mijn kraam heb, zoals dieetvoeding.”

Oonk: “Gemeenten verschuilen zich achter het landelijk beleid. Er is echter helemaal geen eenduidig landelijk beleid ten aanzien van dierbenodigdheden op de markt.” Ook woordvoerder Martie Bleeker, van de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel (CVAH) geeft aan dat de gemeente kan bepalen of de kraam al dan niet op de markt mag staan. “De discussie is nu of dierenvoeding wel of niet onder de etenswaren valt”, geeft Bleeker aan. “We hebben voor de leden van de CVAH, in samenspraak met juristen een brief opgesteld naar de gemeenten, waarin we ervoor pleiten ook dierenvoeding onder de regeling voor etenswaren te laten vallen. Ook geven we aan dat gemeenten zelf de vrijheid hebben om te beslissen over het toestaan van de kramen op hun markt.” Verder vindt Bleeker dat de gemeente wel erg voorzichtig is met de interpretatie van de regels. “Hierdoor maakt de gemeente niet optimaal gebruik van de mogelijkheden die er nog wel zijn. Dat is erg jammer, want kopen in de buitenlucht op de markt is veiliger. Zorg dan ook dat er een totaalpakket aangeboden wordt, zodat er meer bewegingen door bezoeken aan andere winkels voorkomen kan worden.”

“De discussie is losgebarsten in de gemeente Aalten”, aldus Niek. “Nu kan ik nergens meer in deze veiligheidsregio op de markt staan. Ik werd ‘s woensdagavonds om 22.40 uur gebeld dat ik de volgende dag niet op de markt mocht verschijnen in ‘s-Heerenberg. Dat kan toch niet.” Dierenwinkels mogen wel open. “Kijk, als ook alle dierenwinkels dicht zouden gaan, zou je mij niet horen, maar er ontstaat zo ook oneerlijke concurrentie. Bovendien zijn er dieren die voeding nodig hebben die ik alleen verkoop. Ik rij nu van hot naar her om van alles te bezorgen. Mensen kunnen online bestellen, maar ik zal nooit al mijn klanten zo kunnen bereiken.”

Desgevraagd antwoordt een woordvoerder van de gemeente Aalten als volgt: "Uitgangspunt is steeds dat we als gemeente de landelijke coronaregelgeving en -richtlijnen volgen, daarover is geen discussie mogelijk. Bij de bekendmaking van de lockdownregels is door de minister voor verkoop van diervoeding inderdaad een verschil gemaakt tussen winkels die dit verkopen en verkoop op warenmarkten. Winkels die diervoeding verkopen mogen open blijven, weekmarkten zijn alléén voor verkoop van levensmiddelen voor de mens. Dat betekent dus dat hier geen diervoeding verkocht mag worden. Natuurlijk begrijpen wij heel goed dat een dergelijk besluit voor de betrokken marktkooplui wrang is en mogelijk zelfs ‘oneerlijk’ aanvoelt. Het zorgde, direct na de bekendmaking van de lockdownregels, ook voor onduidelijkheid en er zijn door gemeenten uit onze veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland vragen over gesteld. Uiteindelijk is er een duidelijk antwoord gekomen van minister Grapperhaus aan Ton Heerts, voorzitter van onze veiligheidsregio, over hoe wij de regel moeten interpreteren. Op de vragen van de veiligheidsregio werd namens de minister als volgt geantwoord: 'Naar aanleiding van uw bericht aan minister Grapperhaus over verkoop van diervoeding op warenmarkten, kan ik u bevestigen dat op basis van artikel 4.a1 Twm alle publieke plaatsen gesloten zijn behoudens enkele uitzonderingen, waaronder ‘locaties waar een warenmarkt in de levensmiddelenbranche plaatsvindt, uitsluitend voor die functie’. Dit betekent dat warenmarkten enkel open zijn voor eten en drinken, niet voor diervoeding of andere artikelen.' En dit is dan ook de lijn die wij, net als andere gemeenten, nu volgen voor de duur van de huidige lockdown."