Leckage uit 1983. Foto: Roel Venderbosch
Leckage uit 1983. Foto: Roel Venderbosch

‘Een bandje als paspoort naar de wereld’

Algemeen

'Hoe noemen we de band' is nieuwe graphic novel van Roel Venderbosch

Door Josée Gruwel

AALTEN/NIJMEGEN – In 'Hoe noemen we de band', het onlangs uitgegeven stripboek van Roel Venderbosch uit Nijmegen, krijgt de lezer een inkijk in het alledaagse leven van een Aaltense puber die in de tachtiger jaren begint met spelen in bandjes. Gaandeweg het semi autobiografische verhaal komt de lezer erachter wat spelen in die eerste bands voor de hoofdpersoon werkelijk betekent.

In de intro wordt kort en krachtig de situatie geschetst. Het is 1982, hoofdpersoon Wosje (Roel) zit in het tweede jaar van de tweede brugklas op de Christelijke Scholengemeenschap Aalten. 'Aalten, ook wel het Jeruzalem van het oosten genoemd, gebouwd op zeven heuvels. Er staan een boel kerken en zelfs een oude synagoge. Het is een gereformeerd dorp. Als katholiek behoor je tot de minderheid.' Wosje word veertien, stopte als misdienaar en gelooft niet echt meer in God.
'De pastoor zei vorig jaar nog tegen mijn moeder: 'Uw zoon lijkt rustig, maar er broeit heel wat in die bovenkamer.' Soms ben ik bang dat ik transparant ben, dat iedereen al die kronkelende gedachten kan zien, als de goudvissen in het aquarium bij de Chinees.'
Op de lagere school maakte Wosje muziek met klasgenoten. 'Het stelde niet zoveel voor. Als je maar op het podium stond, daar ging het om.'
Met een kapsel als Sting, een vader die van gitaarspelen houdt, een tweedehands basgitaar en de Simple Minds als voorbeeld richt hij samen met klasgenoten de schoolband Leckage op. Een eigen band, talentenjachten, verliefdheid, een oefenkeet en een podium beïnvloeden dan het leven van de puber. Dat leven vol twijfels, met een achtbaan aan emoties. Venderbosch: “Muziek kan dan steun geven. Het is een perfecte uitlaatklep. Voor elke stemming is wel een liedje. Daardoor voel je je niet alleen.”

Visie
“Ik wilde al lang iets met dit onderwerp doen”, vertelt illustrator, schrijver, grafisch vormgever en muzikant Roel Venderbosch. “Er is niet eerder uitgebreid over verteld. Mijn eerste bandjes, de klassenband Leckage en de familieband Vanderboss, zijn voor mij een paspoort naar de wereld geworden. In Aalten werd daar ook de gelegenheid voor gegeven. Het bijzondere van dit dorp is dat het er aan de ene kant heel gelovig aan toe ging, wel streng ook, en er aan de andere kant ruimte was om uit de band te springen.”
Venderbosch haalt in het boek dus eigen herinneringen op. “Want die zijn heel levendig, ik kan de beelden zo oproepen.”
Van tevoren wilde hij de lezer vanaf het eerste moment in het verhaal trekken en ervoor zorgen dat het verhaal geen voortdenderende trein zou worden. Hij wilde uitstapjes maken, zoals over instrumenten in die tijd bijvoorbeeld.
Het zou een afgerond, creatief en helder verhaal worden.

Aan de slag
Vanuit een ruwe versie ging hij met ijzeren discipline aan de slag, met behulp van het programma Procreate op de iPad Pro. Bij voorkeur zat hij daarbij liever niet in zijn blokhut in de tuin, zijn normale werkplek. “Voor het werken aan zoiets als dit stripboek is een andere sfeer fijn.” Dus werkte hij in het atelier van een kunstenares, bij een scenarioschrijver en een dag in de week bij Funny Farm Illustratiestudio in Arnhem. "Soms zat ik ook gewoon lekker te tekenen aan de keukentafel of op de bank in de kamer.”
Het denkwerk over het boek ging op allerlei momenten door. “Ik ben voor al mijn werk – dus ook voor dit boek – constant aan het associëren, heb een soort vangnetje in mijn hoofd.”
Van doodse stilte tijdens zijn werk houdt Venderbosch niet. “Ik luister altijd naar muziek. Sonore muziek als ik moet denken, radiomuziek als ik in beeld heb wat ik moet maken en daarmee aan de slag ben, en muziek van bijvoorbeeld Philip Glass als ik hard door moet werken. Zonder muziek laat ik me snel afleiden.”
Muziek speelt een grote rol in Venderboschs leven. Behalve dat hij inmiddels in 26 bandjes speelde – en nog speelt bij Racoon, De Jeugd van Tegenwoordig en Daniël Lohues – is muziek ook een ritueel bij de start van zijn werkdag. "Zeker als ik thuis werk, begin ik mijn werkdag met zingen en spelen van drie of vier liedjes. Daarna ben ik lekker vrij in mijn hoofd en kan het werken beginnen.”
Zo'n 2,5 jaar werkte Venderbosch aan de 96 pagina's van 'Hoe noemen we de band'. Per pagina, op A4 formaat, kostte dat vier tot zes uur.

Compleet en herkenbaar
Het stripboek is een compleet, op zichzelf staand verhaal geworden. Een persoonlijk verhaal, dat helder opgetekend is, tot de verbeelding spreekt en heel herkenbaar is. Dat herkenbare zit ook in de treffende weergave van de manier waarop de Achterhoekse pubers (soms ook in het dialect) denken. Met humor, de nodige zelfspot en relativeringsvermogen komen de bandleden en hun maatjes prachtig uit de verf.
Voor achtergrondinformatie van het boek en de samensteller zie: www.hoenoemenwedeband.nl en www.venderbosch.com.
'Hoe noemen we de band', uitgegeven bij De Harmonie, kost 19,90 euro. Bij voorkeur aan te schaffen via de lokale boekhandel.

Een pasfoto uit 1983 van de jongen waarover het in het boek gaat. Foto: Roel Venderbosch
De cover van het stripboek over hoe spelen in een bandje het leven van een Achterhoekse puber vormgeeft. Foto: Roel Venderbosch

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant