Column De Buitenstaander

Column De Buitenstaander

Column De Buitenstaander, Rocco Ostermann

Opinie

‘Tawwan’

Ik was bij de bloemisterij aan de Spijkerlaan, die bestierd wordt door een vrolijke jongen van een jaar of dertig. Hij decoreert de etalage altijd prachtig. Een vrij kleine mevrouw kwam met een enorme bos groene takken, een half regenwoud leek het, de winkel uit gelopen en door de bladeren heen keek ze me guitig aan en zei: ‘Hee Rocco, hoe vond je het interview in de wijkkrant? Heb je nog reacties gehad? Ik ben de vrouw van de fotograaf.’

‘Oh. Hallo, jazeker, leuk hoor, nou weet zelfs de uitbater van de stationsrestauratie wat ik zoal doe,’ grapte ik terug. ‘Hoe dichter bij huis, des te minder ze vaak weten wie je bent he. Zeker in de stad. Dat is nu mooi opgelost.’ We groetten elkaar en ze liep weg. Het was een grappig beeld, alsof er een piepklein eilandje met een aantal palmen over de stoep liep.

Ondertussen stond ik bij de buitenplanten te kijken en de frisse florist kwam er even bij staan. Ik vind dat een goede eigenschap van een winkelier. Goede raad niet opdringen, maar als het ware klaar in de startblokken staan om hem te geven. Hij was wat potten aan het verschikken toen een ladderzat paartje op ons toe kwam. Ik had zojuist een beetje jolig aan de bloemist gevraagd of hij wel eens naar de jungle ging, om ideeën op te doen. ‘Nee haha, daar ben ik nog nooit geweest.’ Plots zei de vrouwelijke helft van het dronken paartje, die de vraag blijkbaar gehoord had: ‘Jaaa, jij mot naar de sjungle, net asj, net asjee, Tawwan, jaaa, asj Tawwan hahaha.’

‘Ahoewaahoewaahoewaaa,’ schreeuwde haar dronken man enthousiast.

‘Hahaha,’ lachte de vrouw, ’dasj net Tawwan, hoe-j dadoet,’ en de man bracht wederom Tarzans fameuze ‘Hallo, goeiendag allemaal, hier ben ik, uw koning van de jungle’ groet. ’Aaaahoehoewaaa, burp, aahoo, burp’ en daar kwam een rechte straal overgeefsel in de plantenbak terecht.

‘Hahahahaha,’ schaterlachte de vrouw haar ene tand bloot, ‘Ga je nouw de plante watur gefe?, hahahaha.’

‘Tawwan’ keek ons lodderig aan en als een boxerhond, voor wiens neus een scooby-snack wordt gehouden, had hij de slierten aan zijn kin hangen. Hij nam een ferme slok uit zijn blik en liet daarna een harde boer.

Ronny was er in de tussentijd ook bij komen staan en die had het allemaal hoofdschuddend gevolgd. Hij is een zwarte oudere man, met een hele mooie zware stem. ‘Die Tarzan van jullie he,’ zei hij plots, ‘die zou nog niet één dag overleven in de jungle. Ik denk dat die dieren zich helemaal kapot lachen jongen. Alleen die stem al. Dat gekke gejoel...’

‘Ahoehaahoehaa,’ begon de dronken man weer.

‘Doe maar effe nie,‘ lachte de vrouw. ‘Maar hij ken zeker wel slingeren an die lianen, toch?’ zei ze. ‘Hij?’, wees Ronny naar de dronken man. ‘Hij kan alleen maar over die stoep slingeren jongen.’

‘Neehee, hihihi, Tawwan!,’ zei de vrouw.

Ronny was een tijdje geleden zelf ook nog al jungleachtig onderweg geweest, en bovendien ook stomdronken. Hij kwam toen, slechts gekleed in een rieten rokje, met wat armbanden en een speer bij cafetaria De Dolfijn binnenstormen om luidkeels een sixpack Heineken te bestellen. Af en toe heeft hij van die buien.

Ik vind het allemaal schitterend. Het levert bloemrijke taferelen op.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant