Afbeelding

Column Buitenstaander: Je bent wat je drinkt

Opinie

Ik was vroeger in de ban van Derrick, maar bovenal van Sherlock Holmes. Zo iemand wilde ik ook wel zijn: een detective, een meester der deductie. Een zaak kunnen oplossen aan de hand van hele kleine aanwijzingen, dingen die iedereen over het hoofd zou zien, behalve ik dan. Dat je niet alleen maar ziet, maar gedetailleerd observeert. Echt kijken. Ieder mens ziet. We hoeven onze ogen maar te openen en het licht valt op de netvliezen. Maar zien we ook?
Ik werd natuurlijk geen legendarische speurneus, maar ik vind het nog steeds leuk om te observeren, vooral in een supermarkt.
En daar had ik laatst een leuk invalshoekje: jullie zijn bekend met de uitdrukking ‘je bent wat je eet’?
Dat zou best wel eens flink tegen de waarheid kunnen aan zwaffelen, maar het is in die zin, mijns inziens eveneens leerzaam, alsook vrij amusant, om eens een goed gemikt oogje te werpen op wat uw medemens zoal aan gebotteld vocht richting de betaalbalie sleept.
Wanneer je bijvoorbeeld tussen de middag in de Arnhemse Coop-supermarkt even snel een paar broodjes met beleg naar keuze probeert te scoren, barst het er van de pubers, die als een kleurige zwerm met overslaande stemmen door de gangpaden trekken. Ondanks de op volle toeren draaiende hormonenkermis schijnen ze allemaal een ernstig gebrek aan energie in hun lijf schijnen te hebben. Twee rijen dik staan ze wild kakelend met hun hippe baard in de keel voor de kassa’s, met vrijwel allemaal een blikje eigen merk Red Bull. Dat komt op mij net zo bizar over als een kleuter een ampul amfetamine te geven, omdat het oogappeltje met geen eind hout vooruit te slaan is. Vreemd, maar ook wel vrolijk makend.
Vlezige sportschooltypes, met hun spiertieten, pakken een flesje Aa-drink uit het schap en houden het demonstratief breedarmig vast, alsof het met sportsymbolen versierde flaconnetje 45 kilo weegt.
Een ander soort pappenheimer die net als de hiervoor beschreven ‘bicepsionele’ bidonslurper ook een innige relatie met zijn six-pack heeft, staat er vaak al vroeg in de ochtend en heeft een adem waarmee hij met het grootste gemak een massaslachting kan aanrichten in de vlindertuin van Emmens dierenpark.
Niet on-vaak is bij hem alleen al het naar boven halen van het gepaste muntgeld, vanuit zijn chaotische broekzak, een solo-toneelstukje om je de vingers bij af te likken.
Als een soort anti-goochelaar haalt hij er van alles uit, behalve het gewenste gepaste geld. Dat vindt hij behoorlijk irritant, want hij weet tot op de stuiver precies hoeveel blikken brandstof er mee kunnen worden gekocht en aanstonds in het zo innig geliefde drankorgel kunnen worden gegoten.
Het ietwat schichtige type Connie Palmen, zeg maar de anonieme ‘wino’, vult dikwijls het mandje aan met een pelotonnetje Franse kaasjes, wat cashewnootjes en een glimmende appel voor de kanarie, om de aankoop van twee flesjes wijn, of een stevige Port, nog enigszins te maskeren. Dit tipsy type mompelt meestal een mistig tekstwolkje bij de kassa, bang als ze is dat haar gesproken klinkers en medeklinkers een robbertje gaan judoën op haar uitgedroogde tong.
En ja, ook zij heeft een bijzonder moorddadige kegel, waarmee je als imker ook je steentje zou bijdragen aan de bijensterfte. Dit ontvouwt zich voor de betere kijker, op zomaar een dinsdagmorgen.
Maar of het allemaal klopt? Ik ben natuurlijk geen Sherlock Holmes.

Tekst: Rocco Ostermann

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant