Afbeelding

Column Buitenstaander: Het leek wel een droom

Opinie

Laat ik beginnen met: het was zéér warm.
Ik was in Vientiane, de hoofdstad van Laos en zag bij een piepklein kroegje een gigantisch bord voor de deur staan: TONIGHT KARAOKE. ‘Kan-Rocco-ook, karaoke,’ ging het door mijn hoofd. Ik was er vrolijk genoeg voor en slenterde naar binnen.
Er was echter geen hond te bekennen en nadat ik een vitaliserend watertje had besteld, vroeg ik de barman en passant ook wanneer die karaoke dan zou beginnen. ‘Die is al lang begonnen hoor!’ ‘Oh ja? Waar is iedereen dan?’ ‘Achter die deur,’ en hij wees naar een deur die me niet eens was opgevallen en dat terwijl de kroeg zegge en schrijve amper zes bij zes meter mat. Op één of andere manier meende ik dat ik droomde, want zelfs toen ik pal voor de deur stond en m’n oor te luisteren legde, hoorde ik werkelijk helemaal niets. ‘Deze deur?,’ vroeg ik nogmaals. ‘Yes sir.’
Ondanks dat ik het ergens niet helemaal vertrouwde, deed ik de deur open en ik heb geen flauw idee hoe ze dit geïsoleerd hadden, want isolatie in Azië is zoiets als een hittegolf op Antarctica, maar subiet stond ik in een enorme hal, die bommetje vol zat met vooral Laotianen en een paar busladingen met toeristen, vooral uit Israël naar later bleek. Ik heb het nu over een complex zo groot als twee keer een gemiddelde sporthal.
Ik schudde grijnzend mijn hoofd. Je maakt in Zuidoost-Azië de meest vreemde dingen mee, dat was me al vaker opgevallen en overkomen ook, en mede daarom ben ik ook zo dol op dat boeiende chaotische gebied dat vol met verrassingen zit. Nou, ik me dus inschrijven. Of ik dan nog moest vertellen wat ik ging zingen, vroeg ik. (Ik hoorde mezelf denken: wat een domme vraag). ‘Yes, please,’ en ik vertelde wat ik van plan was. ‘Thank you.’
Ik ging aan een tafeltje zitten en toen dan eindelijk na een uurtje Rocco Ostermann aan de beurt was, liep ik goedgemutst naar voren en deed dát wat ik vaker doe wanneer ik goedgemutst ben: ik zing ‘What a wonderful world’ van Louis Armstrong, inclusief, door jarenlang oefenen geperfectioneerd, de stem van good old Satchmo himself!
Ik had al gemeld dat ik dacht dat ik droomde en dat gevoel werd alleen nog maar sterker, want toen ik amper in het eerste couplet onderweg was barste al een orkaan van gelach en applaus los en ik werd door hun enthousiasme gedragen zoals de wind vreemde vogels naar verre oorden laat zweven. Toen ik pontificaal eindigde met het langzaam en langgerekt gezongen ‘What a wonderfull ….. wooooorld,’ en ook de laatste tonen, zeg maar gerust, stuiptrekkingen, van het gruwelijk lelijke casio-orgel begeleidingsmuziekje waren weggestorven, ging de applaus-bom af. Het leek wel een honderdduizendklapper! Wat een trip.
Toen ik daarna tevreden lachend terug liep naar mijn plekje achterin de zaal, voelde elke stap op weg daarnaartoe alsof ik Elvis was, die dwars door de juichende zaal met aanbidders liep, op weg naar zijn met lopende motor wachtende limo. ‘Rocco has left the building’, dacht ik toen ik ietsje later weer buiten stond. En daar liepen slechts stoffige honden. Ook was het er nog steeds snikheet.

Tekst: Rocco Ostermann

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant