Afbeelding

Column De Buitenstaander: De verkeerde foto

Opinie

Ongeveer wekelijks, maar minimaal om de twee weken ben ik in mijn geboortedorp en dan lees ik wel eens in het plaatselijke krantje. Ik kijk dan automatisch bij de rouwadvertenties en dat is best weleens pijnlijk. Toch doe ik het steeds weer. Tsja, dan lees je dus weleens een naam waarvan je denkt: is dat euh... is dat? Je bladert dan eens wat door de fotokaartenbak van je geheugen, pikt er ééntje uit waarvan je denkt dat het hem is, je doet je ogen even dicht en houdt de foto in het licht van de herinnering. Ach nee hè! Is die dood? Shit man! Hij dood!?

Je slaat je armen over elkaar, dicht tegen je lijf, schudt lichtjes je hoofd en tuurt wat voor je uit. Je realiseert je ineens dat je hem afgelopen maand nog gezien hebt. Waar ook alweer? Je kende hem verder niet heel goed of zo, je groette hem altijd van een afstandje, maar dat is toch ergens ook wel amicaal? Hij groette jou ook altijd terug. Al zo lang je je kunt herinneren. Ik weet niet eens precies waarom, maar tussen veel mensen ligt er latente vriendschap op de loer, als je maar wat vaker in elkaars levensvaarwater zou rondzeilen. Sommige mensen uit een dorp, ken je je hele leven al, maar je weet bij God niet welke naam er ooit op hun geboortekaartje prijkte. Na al deze gedachten word je spontaan een potje neerslachtig. Na een paar uurtjes loop je weer mijmerend naar je autootje, stapt in en kiest het ruime asfalt richting naar, ja, waar je dan zo nodig weer heen moet.
Een maandje later ben ik opnieuw terug naar mijn bakermat, daar waar zoveel opgedroogde levenslijntjes liggen, waar vele situaties verstild staan als waren het kerststalletjes. De vreugde die ik er beleefde en het plezier dat ik er had, reanimeren die mise-en-scènes min of meer. Dan sta ik bij de bakker in de rij. ‘Doe mij maar het beste, gezondste en lekkerste brood dat je hebt,’ zeg ik met een grijns, als ik aan de beurt ben. Ik vind het altijd grappig om verkopers uit te lokken tot uitspraken als: ‘Alles hier is gezond en lekker!’
Het leidt soms tot een geanimeerd gesprekje en je steekt er bovendien nog wat van op. Terwijl de verkoopster een geïmproviseerd praatje afsteekt, hoor ik plots achter me ‘tingelingeling’. Ik draai me half om en wie laat daar de deur tingelingelen? De persoon in kwestie flitst bliksemsnel naar mijn bovenkamer, schetst daar mijn verbazing en laat mij met open mond staan, want daar komt de ‘overledene’ binnen gedrenteld, blakend en met frisse appelwangetjes. Je zou er zo een hap uit willen nemen. Hij knipoogt en zegt: ‘Hé Rocco, alles kits?’ ‘Ja man, euh … met jou óók!?’ antwoord ik blij verrast. Toch eens proberen erachter te komen hoe hij nou werkelijk heet, denk ik tegelijkertijd, maar hoe doe je dat onopvallend?
Ik weet het nog steeds niet.
Het was de verkeerde foto, maar het moment was om in te lijsten.

Tekst: Rocco Ostermann

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant