Vogelparadijs

Het is wat met dat water, zeker als het een plasje en steeds grotere plas wordt. Dat heeft een grote aantrekkingskracht op mens en dier. Ik doel dan niet alleen op de honden die hun baasjes uitlaten, maar op al die vogels die op het water te zien zijn of zich verschuilen tussen de rietkragen, waaruit dan zo nu en dan een roep uit op klinkt. Gaan die vogels en mensen samen? Op de Slingeplas tot nu toe wel, maar er zijn snode plannen om de hoeveelheid vogelruimte te beperken.

Toch denk ik wel eens aan vijftig jaar terug. Toen waren er nog geen grote plassen in Aalten en Winterswijk. Of het graven was net begonnen. Het doel was zandwinning. Aan vogels en recreanten werd nog niet gedacht. Het landschap dat verloren is gegaan door al dit graafwerk is inmiddels vergeten. Er is een ander landschapstype voor in de plaats gekomen, het "ontspanningslandschap". Zwemmen, schaatsen, pootjebaden, aan het strand liggen, we zullen het allemaal wel eens gedaan hebben. Maar een aantal van ons wandelde en observeerde dat de plassen ook ombedoeld een positief effect hadden op de samenstelling van de vogelstand.

De Oost-Achterhoek is door deze ontwikkeling wat meer op West-Nederland gaan lijken. Dat is niet alleen gebeurd door het graven van de plassen, maar ook door het kanaliseren van de beken. Daardoor zie je er nu planten en dieren, die ik in mijn jeugd alleen uit boekjes en filmpjes kende. Neem zo'n zwanebloem, die met hoog opschietende stengels en fraai roodroze bloemen langs de beken staat. Die is geleidelijk aan een opmars vanuit het westen langs alle geschikt geworden waterwegen begonnen. Aan kronkelende beken heeft die een hekel, maar de rechtgetrokken beken zijn zeer geschikt.

Een vogel die je vijftig jaar geleden nog nooit in onze omgeving zag is de meerkoet. Voor de met enige aandacht rondfietsende Aaltenaar van nu is dat ondenkbaar. Er is geen rechte beek, plas of plasje waar je de zwarte vogel met de witte snavel en witte poten niet ziet. Enkele particuliere plasbezitters zijn zelfs helemaal niet zo blij met deze aanwinst, want de vogel kan nogal agressief zijn. Als er niet voldoende plek is voor meer vogels tegelijk dan zal hij de anderen proberen te verjagen, zeker ook soortgenoten. In de winter verblijven ze echter allemaal graag samen op een grotere plas als de Slingeplas.

Ook de aalscholver, allerlei soorten eenden, de ganzen, de blauwe reiger en de grote zilverreiger hadden vijftig jaar geleden nog niet de Oost-Achterhoek ontdekt. Niet elke verandering is dus per se slecht. Die heeft veel nieuwe vogels opgeleverd waarvan we nu genieten. Maar te veel veranderen is niet goed. Op een drijvende zomerhuisjesvloot en op experimenten met veel lawaai zitten de vogels en veel mensen niet te wachten. Daarom is het tijd voor een gezamenlijk protest. Omdat Gerrit Migchelbrink nu alle tijd heeft voor de Slingeplas, verwacht ik dat hij snel in overleg treedt met alle watervogels van de plas en samen met hen bij de volgende raadsvergadering komt protesteren.