Geen Achterhoeker meer

Wie ben ik? Lange tijd heb ik dat precies geweten. Ik was een Winterswijker, maar ik had ook altijd al een sterke band met Dinxperlo. De plekken waar ik me het meest thuis voelde waren het Wooldseveen en de weilanden en houtwallen nabij de Beggelderdijk en het Blauwe meer. Ook het landschap daartussen miste ik niet graag, merkte ik in de jaren dat ik studeerde in de grote wereldstad Wageningen. Elk weekend wilde ik terug naar het gebied tussen Dinxper en 't Woold.

Misschien was ik daardoor vooral een Oost-Achterhoeker. Met de omgeving van Steenderen, Hummelo en Zelhem heb ik nooit veel gehad. Doetinchem was altijd al een plaats om te mijden. Met die voetbalclub daar heb ik nooit enige band gevoeld. Guus Hiddink waardeerde ik pas toen hij ver weg in Zuid-Korea succes had. De Achterhoek als één gebied heeft voor mij nooit bestaan. Waar begint het? Waar houdt het op? Het is mij nooit duidelijk geworden.

Toch heb ik mijn best gedaan om me als Achterhoeker te presenteren. Daarbij moest ik als ik ten westen van de IJssel kwam altijd wel geduldig uitleggen waar het precies lag. Voor de mensen daar was het vooral ver weg en was alles wat in het oosten langs de Duitse grens lag hetzelfde als de Achterhoek. Een gebied waar je niet wilde wezen. Zo'n twintig jaar geleden had ik daarom al genoeg van die Achterhoek. "In de Achterhoek is Oostenrijk al lang begonnen", schreef Gerrit Komrij in een column en ik moest dat steeds meer beamen.

Daarna is het me steeds meer gaan tegenstaan dat een aantal gemeenten die al jaren krampachtig proberen samen te werken zich steeds vaker als de Achterhoek wilde presenteren. Je ging opeens niet meer op vakantie in Aalten, maar je kwam op verhaal in de Achterhoek. Ze gingen opeens met een bus vol burgemeesters naar Den Haag voor een lentediner. Daar spraken ze met een enkel Tweede Kamerlid, waarna gedacht werd dat zelfs door de regering de Achterhoek nooit meer over het hoofd zou worden gezien. Vergissen is menselijk.

Maar het kan nog veel erger, want we misten nog iets in de Achterhoek. Een vlag! Daarvoor is nu een wedstrijd uitgeschreven. Binnenkort wordt het winnende ontwerp bekendgemaakt. Het zal me niet verbazen wanneer dat een vlag met Mondriaankleuren zal worden, want die schilder die enkele jaren toevallig in dit landsdeel verbleef wordt inmiddels als een van de allerbelangrijkste Achterhoekers aller tijden beschouwd. Ik word zo moe van al dit gedoe en ben daarom helemaal klaar met die hele Achterhoek.

Omdat ik wel gehecht blijf aan het oostelijk deel zal ik niet emigreren. Maar woorden als de"Achterhoek"en "op de kaart zetten" wil ik de komende tien jaar niet meer horen. Wie ben ik dan wel? Een mens heeft toch een identiteit nodig en wil graag ergens bij horen. Ik denk dat ik me voortaan maar een Nedersaks noem, want ons dialect dat ik kan verstaan en lezen, maar matig spreek, wordt aangeduid als Nedersaksisch. Voortaan is Widukind, de Saksenkoning die tegen Karel de Grote streed, mijn held. Elke keer als ik het woord Achterhoek hoor vallen, voeg ik een alinea toe aan het heldenepos dat ik over hem zal schrijven.