Afbeelding
Foto:

Laborijn werkt aan volgende stap om te verbeteren

REGIO - De colleges van burgemeester en wethouders van Doetinchem, Oude IJsselstreek, Aalten en Montferland hebben Laborijn de opdracht gegeven dit najaar met een plan van aanpak te komen voor de verdere doorontwikkeling van de organisatie. Laborijn is op 1 januari 2016 ontstaan uit een fusie van de afdeling Werk en Inkomen van de gemeente Doetinchem, het ISWI (uitvoeringsorganisatie voor Aalten en Oude IJsselstreek) en WEDEO.

Door Walter Hobelman

"Na twee jaar vol veranderingen is begin dit jaar de balans opgemaakt. We hebben al veel bereikt, maar er is ook nog een extra impuls nodig op een aantal terreinen", vertelt wethouder Jorik Huizinga van gemeente Doetinchem. Hij heeft onder andere werk en inkomen in zijn portefeuille en geeft samen met Laborijn-directeur Betty Talstra uitleg over de volgende stap die Laborijn gaat zetten.

Behalve de genoemde fusie kreeg Laborijn in 2016 ook te maken met de invoering van de Participatiewet. Deze wet vervangt de Wet Werk en Bijstand, de Wet sociale Werkvoorziening (WSW) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong). Op 1 januari 2017 kreeg de nieuwe organisatie de WSW Aalten en op 1 januari 2018 de verantwoordelijkheid voor de Presikhaafgroep van de gemeente Montferland ook nog in haar takenpakket. "Een hectische en ingrijpende tijd", erkent directeur Talstra. "We moesten de fusie stroomlijnen, van drie organisaties, culturen en werkwijzen naar één, de gevolgen van de Participatiewet vormgeven én tussentijds uitbreiden."

Dit 'verbouwen terwijl de winkel open bleef' heeft een nieuwe dienstverlening opgeleverd aan inwoners die op zoek zijn naar werk en een nieuwe organisatie met tevreden medewerkers. Maar er zijn nu nog een aantal knelpunten. De gemeenten waar Laborijn voor werkt, begonnen vragen te stellen over de verdere doorontwikkeling van de organisatie en daarom is nu de stap gezet om een plan te schrijven voor de aanpak van de knelpunten.
Die knelpunten zitten met name in de uitstroom naar werk. Deze uitstroom is lager dan verwacht. Bij Laborijn is dat op dit moment 32 procent en landelijk ligt dat percentage op 38 procent. Daarnaast krijgen jongeren, statushouders en inwoners met grote afstand tot werk nog onvoldoende aandacht. Statushouders maken ongeveer een kwart uit van het gehele Laborijn-bestand. "Dat heeft te maken met het beleid dat we hier in de regio met elkaar hebben afgesproken en uitgevoerd", aldus de wethouder.

Een ander aandachtspunt is het feit dat er momenteel onvoldoende ruimte is voor persoonlijke ontwikkeling van medewerkers. "Het takenpakket is uitgebreid, en dat vraagt om een andere manier van werken. Het kost tijd om iedereen de juiste scholing en training te geven. In het plan van aanpak gaan we nauwkeurig in beeld brengen welke kwalitatieve en kwantitatieve extra inzet hiervoor nodig is", legt de Laborijn-directeur uit. Zo wordt er in elke geval ruimte gemaakt om ongeveer dertien fte (fte = fulltime eenheden) toe te voegen aan de organisatie. Tevens moet het huidige cliëntenbestand goed in beeld worden gebracht.

De colleges en gemeenteraden van de vier gemeenten willen in het plan van aanpak omschreven zien wat Laborijn gaat doen om het percentage van mensen dat uitstroomt naar regulier werk tot minimaal het landelijk gemiddelde op te trekken. De methodiek om cliënten die bij Laborijn aankloppen snel en duidelijk verder te helpen is inmiddels verbeterd. "Binnen vier weken moet bijvoorbeeld duidelijk zijn of inwoners die een uitkering volgens de Participatiewet aanvragen, daar ook daadwerkelijk recht op hebben", legt Talstra uit. "En verdere screening brengt misschien andere aandachtspunten (schulden, verslaving, enzovoorts) van een persoon in beeld waarmee we ook samen aan de slag gaan zodat de weg naar werk zo soepel mogelijk en passend bij de cliënt verloopt."
Het plan van aanpak moet dit najaar nog klaar zijn. "Dat betekent werk aan de winkel voor alle betrokkenen binnen Laborijn en daarbuiten. We gaan er samen de schouders onder zetten", zegt de Laborijn-directeur. "Het plan van aanpak is de basis voor een open communicatie naar inwoners, medewerkers en betrokken partijen."