Het bankje aan 't Smeeslaantje. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Het bankje aan 't Smeeslaantje. Foto: Bernhard Harfsterkamp

Vanaf een bankje

Op 't Smees

Door Bernhard Harfsterkamp

AALTEN - De fietser die regelmatig vanuit de richting van Winterswijk naar Aalten gaat heeft talloze mogelijkheden om zijn route te variƫren. Een van de aardigste is die, die achterlangs het zwembad 't Walfort loopt en daarna de Hamelandroute oversteekt. Je komt dan op de Hessenweg, maar kunt ook direct naar links gaan om via het Vrijerslaantje de bebouwde kom van Aalten te naderen. Daar stuitte ik op het bankje, waarop ik dit keer ben gaan zitten.

Over dit bankje zijn vele mooie dingen te zeggen, maar het mooiste is dat het onder een witte paardenkastanje van een respectabele leeftijd staat. In deze tijd wordt de soort vaak geplaagd door de kastanjebloedingsziekte en de kastanjemineermot, waardoor de boom er al in augustus uit ziet of die elk moment al zijn blad kan laten vallen. Deze kastanje heeft echter een volle kroon met diepgroene bladeren. Voor me staat ook nog een rijtje zomereiken die de kastanje afschermen en misschien wel beschermen.

Het bankje staat bij 't Smeeslaantje. In de verte zie ik ook nog het Nannielaantje liggen. De drie laantjes zijn smalle fietspaden, die voor een groot deel begeleid worden door bomen en struiken. Ze bevinden zich in het oude ontginningslandschap aan de rand van Aalten, dat al in de Middeleeuwen is ontstaan. In deze omgeving is weinig recht, want bij de ontginning vele honderden jaren geleden waren er nog niet de technische mogelijkheden om alles meteen recht te trekken. 't Smeeslaantje ligt deels op de rand van een es, het bouwland dat geleidelijk aan hoger is geworden en enigszins bolvormig werd, omdat er eeuwenlang met mest doordrenkte plaggen op gebracht zijn. Als je zo'n es tegenkomt weet je meteen dat je je in een oud landschap bevindt.

't Smees is een landgoed dat zijn huidige vorm in de negentiende eeuw heeft gekregen, toen het in bezit was van de families Van Hopbergen en Slicher van Bath. Al in 1933 had de gemeente hier plannen om een nieuwe woonwijk te bouwen. Er was zelfs al een plattegrond waarop namen als Beierschestraat, Horigenstraat en Tegederstraat zijn ingetekend. Door de crisistijd en de Tweede Wereldoorlog zijn deze plannen echter niet gerealiseerd. Blijkbaar is er daarna ook nooit meer behoefte aan geweest, waardoor een aantrekkelijk kleinschalig gebied dichtbij het dorp is behouden.

Toch zijn er veranderingen geweest. Vanaf het bankje is het nauwelijks te zien, maar in de verte stroomt de Boven-Slinge als een recht kanaal. De grootste bochten zijn hier al meer dan vijftig jaar geleden uit de beek gehaald, maar het kon daarna altijd nog rechter. Achter de beek ligt wel een nieuwere woonwijk, die er in de jaren negentig van de vorige eeuw is gebouwd. Maar omdat het allemaal relatief ver weg is heb ik hier nog steeds het gevoel dat ik me middenin in het buitengebied bevind. Al zie ik ook wel dat de boerderij aan het eind van het weggetje rechts van me inmiddels tegen de bebouwde kom aan ligt.

Wie is Nannie? Het was een vraag die in me op kwam toen ik een keer het Nannielaantje helemaal af fietste. Inmiddels weet ik. Het laantje is genoemd naar Johanna Geertruida van Hopbergen (1849-1924). Haar roepnaam was Nannie en zij was de dochter van majoor J.W. van Hopbergen (1817-1913), die bezitter was van het gehele Smees. Er wordt gezegd dat zij graag wandelde over het laantje. Het was tijdens haar leven al omzoomd door bomen. Hier en daar waren er heggen aanwezig, waarachter de jonge mannen en dames van Aalten onzichtbaar van de buitenwereld nader met elkaar konden kennis maken. In de volksmond werd een van de laantjes daarom het Vrijerslaantje genoemd.

Met dank aan Jos Wessels die enkele vragen van me beantwoordde.

Links in de verte het Nannielaantje. Foto: Bernhard Harfsterkamp
In de verte de Boven-Slinge met de woonwijk daarachter. Foto: Bernhard Harfsterkamp