Elf steegjes en paden in en om Bredevoort krijgen een naam

BREDEVOORT - In en om het vestingstadje Bredevoort bleken nog een aantal paden, steegjes en gängeskes te liggen, die nog geen naam hadden. De Vereniging Bredevoorts Belang heeft namen bedacht, die passen bij de geschiedenis van de plekken waar ze liggen of die herinneren aan bewoners en oude veldnamen. Het voorstel is besproken in de Commissie Cultureel Erfgoed, die positief reageerde. In de B en W-vergadering van 12 februari is daarna besloten het voorstel van Bredevoorts Belang over te nemen. Daardoor kunnen de paden en steegjes binnenkort van een straatnaam worden voorzien. Hiervoor is een budget van ongeveer 1000 euro nodig.

Door Bernhard Harfsterkamp

Bredevoorts Belang heeft over de naamgeving overlegd met Jos Wessels, van wie dit jaar het boek Bezield Erfgoed verschijnt met informatie over monumenten, cultuurhistorisch waardevolle gebouwen, markante natuurgebieden en straatnamen. Ook is er gesproken met de heer Karsten van de Werkgroep Aaltense Paden. Een voorgestelde naam is bijvoorbeeld Bastion Welgemoed. Het gaat daarbij om het paadje dat van de Koppelstraat naar de molen Prins van Oranje loopt. De molen ligt op de plek waar ooit het Bastion Welgemoed lag, een van de verdedigingswerken van het stadje. Zo komen er meer namen bij, die aan de geschiedenis van Bredevoort herinneren, zoals Achter de synagoge, het pad vanaf de Vismarkt richting Molenwal. Aan de Vismarkt heeft ooit de laatste synagoge van Bredevoort gestaan.

Ook paden genoemd naar oud-bewoners
Enkele paden worden genoemd naar bewoners, zoals de Fekkengeste, het pad dat ligt tussen de Boterstraat en de Landstraat. Aan deze steeg lag in de achttiende eew het Fekkenhuis, dat werd bewoond door Frederick Fekken, die commies was van 's lands magazijnen te Bredevoort. Ook worden oude "veldnamen" gebruikt, zoals voor het pad tussen de Peter Jan de Vriesstraat en de Misterstraat. Hier lag een volkstuinencomplex dat de Miene werd genoemd en dat wordt nu de naam voor het pad. Het pad langs de grote gracht gaat Cadijk heten, omdat die naam al bij onderhoudswerkzaamheden aan de vestingwerken in 1736 wordt genoemd. Het enige pad buiten het stadje loopt van de Stationsstraat naar het gebied met bos en heide, dat door eigenaar Geldersch Landchap het Walfort wordt genoemd. In de volksmond staat het echter bekend als het Zwarte Woud, zodat het weggetje er naar toe de naam Zwarte Woudpad krijgt.