De leerlingen hebben even pauze. Foto: Miriam Szalata
De leerlingen hebben even pauze. Foto: Miriam Szalata Foto:

Duitse en Nederlandse scholieren bij Euregio-Robotschool

AALTEN - Scholieren van Schaersvoorde uit Aalten en de Kreuzschule uit het Duitse Heek deden afgelopen vrijdag mee aan de Euregionale Robotschool, een nieuw grensoverschrijdend initiatief.

In het Innovatiecentrum Civon in Ulft volgden de jongeren workshops techniek, zoals smeden, emailleren en 3D-printen. "Later dit jaar maakt deze groep scholieren ook kennis met oude en nieuwe techniek op de Junge Uni in Bocholt. Wij zijn de eerste groep van deze Euregionale Robotschool", zegt docent Maarten Jaspers van Schaersvoorde.
"De Euregionale Robotschool is een samenwerking tussen Civon, het Interregprogramma Leren zonder Grenzen en de Junge Uni", vertelt projectmanager Stan Buil van Leren zonder Grenzen. "Het project richt zich op vmbo-scholen in Nederland en Duitsland die dan gezamenlijk kennis maken met oude en nieuwe technieken, met als meerwaarde dat ze ook van elkaar leren op het gebied van taal, cultuur en communicatie. We werken met een buddy-systeem: Nederlandse en Duitse leerlingen werken individueel met elkaar samen."

Uitwisseling
De Euregionale Robotschool was onderdeel van een meerdaags uitwisselingsprogramma van Schaersvoorde en de Kreuzschule. Van elke school namen 21 leerlingen in de leeftijd van 13 en 14 jaar een week lang een kijkje bij elkaar. De eerste dagen waren de Nederlandse scholieren in Heek, daarna kwamen de Duitse leeftijdsgenoten bij hen logeren.
Ze kregen een uitgebreid programma en begeleiding van Sandra van den Bosse en Maarten Jaspers van Schaersvoorde en Melanie Sarelse de Groot en Marie Kristin Llausha uit Heek. "Het doel van de uitwisseling is te laten zien dat de grens geen grens is, zegt Jaspers. "Ze zien dat er voor opleiding en werk ook mogelijkheden zijn in het buurland", vult Llausha aan.

Met elkaar spreken in Duits en Nederlands lukt goed

Het is de bedoeling dat de scholieren Duits en Nederlands met elkaar praten. Is dat niet lastig voor kinderen die pas in de tweede klas zitten? "Bij ons op school krijgen ze vanaf de eerste klas Duits", vertelt Maarten Jaspers, "want we zien dat het belangrijk is dat je in de grensregio de taal machtig bent." Volgens Llausha leren op een aantal Duitse scholen de kinderen ook Nederlands. Zo ook op die in Heek. Tijdens de uitwisseling spreken ze 'een mix' van talen, want als de scholieren er in het Duits of Nederlands helemaal niet uitkomen, biedt in het uiterste geval Engels uitkomst. "Dat spreken ze allemaal goed", zegt Llausha. De uitwisseling begon op zondag in Heek met de onderlinge kennismaking. Op maandag bezochten ze de burgemeester van Heek en een bedrijf dat gespecialiseerd is in machines voor duurzame energieopwekking. 's Middags werden er voor een fietsrally Duits-Nederlandse koppeltjes gemaakt. "Toen was het ijs wel gebroken", zegt Llausha.
Een dag later was er een excursie naar Münster waar de scholieren leerden over de Vrede van Münster. Woensdag was wisseldag en is de groep de grens met Nederland overgegaan. Na een bezoek aan pretpark Slagharen trokken de Duitse kinderen bij hun Nederlandse gastgezin in.

Amsterdam
Om Nederland te leren kennen, reisden de scholieren donderdag naar Amsterdam voor This is Holland, Flight Experience. De Duitse scholier Matheo Nienhaus vindt dat het mooiste onderdeel van het bezoek, en ook Frieda Lenfers vond het Amsterdamse uitje 'een leuke manier om Nederland te leren kennen'. De Nederlandse Marchien Frenken bekent dat ze in het begin de uitwisseling wel spannend had gevonden. "Je kent je gastgezin nog niet zo goed. Door de activiteiten leer je elkaar wel kennen." Mede-scholiere Zoë Sijthoff had het in het begin even moeilijk met Duits. Maar al gauw ging het met de taal beter. Matheo: "Ik heb nieuwe Nederlandse woorden geleerd."