Martie te Brake bij de Wenninkmolen in Lintelo. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Martie te Brake bij de Wenninkmolen in Lintelo. Foto: Bernhard Harfsterkamp Foto:

Martie te Brake is al 50 jaar gek van molens

"Ik ben alleen maar lekker bezig met mijn hobby"

door Bernhard Harfsterkamp

AALTEN – Op 14 september kreeg Martie te Brake de Erfgoedprijs van de gemeente Aalten voor zijn verdiensten als vrijwillig molenaar. "Toen ik een berichtje kreeg, dat ik was genomineerd en de andere gerenommeerde namen zag, dacht ik: het zal wel. Ik ga er bij zitten en wacht wel af. Het was daarna een heel grote verrassing dat ik unaniem gekozen ben. Ik ben alleen maar lekker bezig met mijn hobby. Het is dan zo mooi dat je een beloning krijgt voor wat je met liefde en passie doet. Blijkbaar heb ik het toch goed gedaan."

Hoe word je molengek?
Martie te Brake was al als jongen molengek. Hoe word je dat? "Mijn broer deed vakantiewerk bij molenaarsbedrijf Navis in Bredevoort. Ik ging daar als dertienjarig jongetje kijken en de molen viel me meteen op." Het was de Prins van Oranje in Bredevoort. "Johan Jansen was de molenaar. Die heeft me toegelaten en van alles laten doen. Daar is het allemaal begonnen. Hij nam me ook mee naar andere molens en bijeenkomsten. Het was een dijk van een tijd en ik wilde steeds meer weten van molens. Hoe de techniek werkte en hoe je omgaat met de wind." Al voordat hij zestien was ging hij elke week naar de molen in Doetinchem. "Daar werkten ze met zeilen aan de wieken om meer wind te vangen. Ik kreeg oude zeilen mee en kon die in Bredevoort uitproberen."

Gediplomeerd vrijwillig molenaar
Intussen ging Te Brake wel naar school en werd hij onderwijzer. Daarbij kwam hij in Alblasserdam terecht. "Daar stonden de molens in de achtertuin. Daarmee zou ik ook wel willen werken. Eén eigenaar liet het me doen. Ik heb de molen stil gezet en het ijs was gebroken." Omdat hij al gewend was om veel te praten en van alles uit te leggen, ging hij rondleidingen doen. "Er komen straks Japanners, zei de molenaar, doe jij die maar. Jij kunt beter Engels." Op 9 juni 1979 deed Martie te Brake examen voor het Gilde van vrijwillige molenaars en kreeg hij een diploma. "Dat had ik nodig om in de molens, die in het bezit waren van stichtingen te kunnen draaien." Zodoende kon hij ook aan de slag in molens op de Kinderdijk. "Ik wilde alle molens ervaren en ook de mensen er omheen." Een vrijwillig molenaar is niet alleen opgeleid voor windmolens, maar eveneens voor watermolens. "In de Berenschotwatermolen in Winterswijk ben ik ook actief geweest."

Molens restaureren
In 1985 keerde Martie te Brake terug naar de gemeente Aalten. Molenmaker Vaags met wie hij al als molengek kennis had gemaakt, vroeg of hij kon helpen in het bedrijf. " Te Brake wilde geen directeur worden van een basisschool. "Ik ben een tijdje plaatsvervangend directeur geweest en ik zag geen kind meer." Door zijn passie voor molens was hij echter geïnteresseerd geraakt in hout- en metaaltechniek. "Bij Vaags kon ik molenmaker worden en praktijkervaring op doen. Ik dacht daarvoor vijf jaar nodig te hebben. Het werd negen jaar. Het was een mooie tijd. Ik heb veel contacten gekregen met molenaars in Nederland en Duitsland. Ik werd betrokken bij de restauratie van molens. De Meenkmolen in Miste heb ik in mijn uppie gerestaureerd."

Molenaars opleiden
Na de jaren bij Vaags keerde hij terug in het onderwijs. Tegenwoordig verzorgt hij techniekonderwijs op Schaersvoorde. Jonge en oude mensen opleiden is een rode draad in het leven van Martie te Brake. Hij deed het op de basisschool en in het voortgezet onderwijs. Daarnaast heeft hij vele molenaars opgeleid, want met enige regelmaat de molens in Bredevoort, Lintelo en de Heurne laten draaien is niet voldoende. Er moeten in de toekomst ook mensen zijn die het immaterieel erfgoed van het molenaar zijn willen uitvoeren en doorgeven. Te Brake heeft zelfs enkele van zijn leerlingen op school zo enthousiast gemaakt, dat ze molenaar zijn geworden. Het werk voor Vaags zorgde er voor dat hij regelmatig in Duitsland kwam om molens te restaureren. Daar heeft hij 40 molenaars opgeleid. "Ik heb ze in hun eigen molen opgeleid en deels laten oefenen in Bredevoort en Lintelo. Als de molen klaar was, draaiden ze met tranen in hun ogen."

Spraakwaterval Martie te Brake had zoveel te vertellen over zijn molenaarschap, dat er over een week een tweede aflevering komt van het gesprek met hem. Met aandacht voor de Wenninkmolen in Lintelo, waar hij elke week is te vinden en een bijzonder avontuur in Nieuw Zeeland.