Martie te Brake voor de Wenninkmolen in Lintelo. Foto: Bernhard Harfsterkamp
Martie te Brake voor de Wenninkmolen in Lintelo. Foto: Bernhard Harfsterkamp Foto:

Martie te Brake, vooral molenaar van Wenninkmolen Lintelo

Deel twee gesprek met de molenaar

Door Bernhard Harfsterkamp

AALTEN - De toekenning van de Erfgoedprijs van de gemeente Aalten op 14 september was verrassend voor Martie te Brake. De receptie na afloop in de Wenninkmolen was dat niet, want die was georganiseerd omdat hij veertig jaar molenaar was. In Lintelo kon hij in 1979 nog niet draaien, want de werkzaamheden om de Wenninkmolen weer draaiklaar te krijgen duurden langer dan gehoopt. Pas vanaf 1985 kon Te Brake daar terecht.

Najaarsstorm
De Wenninkmolen is een beltmolen die in 1860 is gebouwd en gebruikt werd door de familie Wennink, die er graan maalde. Op commerciële basis gebeurde dat ruim honderd jaar, totdat de Coöperatieve Landbouwvereniging, die de molen in 1948 had overgenomen, er mee stopte. In 1973 werd de molen verkocht aan aannemersbedrijf Nijland, die in de jaren daarvoor de molen al huurde. "De familie Nijland had de molen erbij gekregen", vertelt Te Brake. Hun bedrijf was gevestigd in de gebouwen om de molen heen. De Wenninkmolen was al in krakkemikkige staat toen die in het najaar van 1972 getroffen werd door een grote najaarsstorm. De wind ging aan de haal met de molen, die nog wel stilgezet kon worden, maar daarna kapot was. "Het heeft dertien jaar geduurd voordat er weer gedraaid kon worden", zegt Te Brake. De restauratie werd in stappen uitgevoerd, maar in die ruim tien jaar ging steeds meer kapot, waardoor de kosten hoger werden. "Uiteindelijk heeft de derde molenmaker hem helemaal gerestaureerd."

Stichting
Vanaf 1985 heeft Te Brake veel samen gedaan met de eigenaresse van de molen, Dinie Nijland. "Zij had ook wel een tik van de molen gekregen en leerde hoe je de molen kon laten draaien. Zij kon dat zonder diploma doen, want als eigenaar mag je altijd zelf je molen laten draaien." Zij nam veel schilder- en schoonmaakwerk voor haar rekening, want om een molen in goede staat te houden blijf je voortdurend bezig. Ook Martie te Brake verricht als in hij in de molen is allerlei kleine werkzaamheden. De molen werd in 2007 overgedragen aan de Stichting tot Behoud van de Wenninkmolen te Lintelo. Te Brake is een van de bestuursleden, al vergadert hij liever niet. De jaarlijkse kosten kan de stichting bij elkaar sprokkelen. Voor groot onderhoud moet gespaard worden. "We hebben meer dan honderd donateurs, zelfs één uit Amerika. Die heet Wennink en is hier al op bezoek geweest. Zonder donateurs kunnen we het niet volhouden." Om de stichting bekendheid te geven worden er daarom veel rondleidingen gegeven. Die zijn niet elke keer hetzelfde. "Afhankelijk van wie komt vertel ik andere verhalen. Ik probeer de bezoekers aan te voelen. De een wil meer over de geschiedenis horen, de ander meer over de techniek."

Nieuw-Zeelands avontuur
"Het werken bij molenmaker Vaags leidde nog tot meer gekkigheid", vertelt Te Brake. Op het Noordereiland van Nieuw Zeeland ligt het plaatsje Foxton. Erlangs loopt een grote weg en de bewoners vroegen zich af hoe ze er voor konden zorgen dat een aantal passanten even in Foxton zou stoppen om daar geld uit te geven. Daarvoor moest een attractie komen, maar welke? "Het werd een mooie grote stellingmolen", zegt Te Brake. In Nederland heel gewoon, maar aan de andere kant van de aardbol bijzonder. "Er waren in Nieuw Zeeland wel molens geweest, maar alles was kapot en niet gerestaureerd." In Foxton besloten ze een kopie van een Nederlandse molen te bouwen, waarmee ze mensen hoopten te lokken. De naam is heel simpel: de Molen. Martie te Brake werd gevraagd om in 2003 naar Nieuw Zeeland te gaan om daar molenaars op te leiden, maar ook om de 'kinderziektes' uit de molen te halen. "Ik ben toen even een fulltime molenaar geweest." Na zijn vertrek naar huis is de molen inderdaad een attractie geworden, die voor vele mensen wordt bezocht. Het ruim 3000 bewoners tellende plaatsje profiteert er van. Te Brake heeft geen andere hobby's dan de molens. "Sporten is niet nodig, want als ik in een molen bezig ben heb ik voldoende gevarieerde lichaamsbeweging. Alleen het klussen aan mijn oude huis in Bredevoort mag je misschien een hobby noemen." Martie te Brake is nog lang niet van plan te stoppen met zijn molenaarswerk. "Ik hoop het nog zeker twintig jaar te doen."