Meer ruimte voor nieuwbouw van woningen voor starters en ouderen

Nieuwe woonvisie gemeente Aalten vastgesteld door B en W

Door Bernhard Harfsterkamp

AALTEN – De nieuwe woonvisie van de gemeente Aalten was al in het voorjaar klaar. Toch besloten burgemeester en wethouders de visie nog niet voor te leggen aan de gemeenteraad. Reden om er nog eens naar te kijken was de coronaviruscrisis. Mogelijk dat dit toch tot andere behoeften en keuzes zou leiden. Dat viel mee. “De woonvisie is grotendeels al eerder vastgesteld”, zegt wethouder Ted Kok. Toch zijn er een aantal aanpassingen geweest.

'We werken

niet met een

telraam'


“Op de woningmarkt zien we nog steeds krapte als het om starters en ouderen gaat”, zegt de wethouder. “Dat beeld heeft zich versterkt. Er zijn minder verhuisbewegingen.” Daarom streeft Kok naar meer woningbouw dan in de oorspronkelijke plannen. Gemiddeld worden er per jaar 60 nieuwe woningen gebouwd. Dat mogen er meer worden. Volgens Kok zijn daarvoor nog voldoende bouwlocaties binnen de kernen. “Ik sluit niet uit dat we ook buiten de huidige contouren zullen kijken”, zegt de wethouder. Uitgangspunt bij het goedkeuren van nieuwbouw is dat de kwaliteit goed is en dat de ruimtelijke kwaliteit niet wordt aangetast. “Het afwegingskader woningbouw geeft ook extra ruimte voor ouderen en jongeren. We werken niet met een telraam.” Dat was nog niet zo lang geleden nog wel het geval.

Starterslening keert terug
In de woonvisie wordt voorgesteld om de starterslening opnieuw te introduceren, zodat de aankoop van een eerste woning gemakkelijker wordt in een woningmarkt waarin de woningen weer duurder worden. De wethouder wil bovendien graag dat de Woonplaats meer woningen aan jongeren gaat aanbieden. Hij zal daarover overleggen. “Met jongeren zou er een contract afgesloten kunnen worden van maximaal vijf jaar”, zegt Kok. “Daarna moeten ze doorstromen naar andere woningen.” Bij nieuwbouw is het de bedoeling dat er ook kleinere starterwoningen worden gebouwd. Binnenkort worden er nieuwe prestatieafspraken met de Woonplaats vastgesteld. Daarin kan hiervoor aandacht gevraagd worden, maar ook dat er voldoende sociale huurwoningen beschikbaar moeten blijven.

Meer ruimte in buitengebied
Op plekken waar dat kan, kunnen innovatieve woonconcepten worden georganiseerd, bijvoorbeeld door het combineren van woningen voor jong en oud. Wat wethouder Kok betreft is er ruimte voor een Knarrenhof in Aalten, want wonen met zorg blijft een groot thema. “Dat probleem is zeker niet kleiner geworden. Er is behoefte aan tussenvormen zoals de Knarrenhof.” Een zorg voor de toekomst is het tekort aan woningen in de verzorgingstehuizen. “Daarom gaan we met de zorgpartners een actieplan maken”, zegt Kok. “Wat gaan we doen op welke plek.” Daarbij kan het gaan om omvorming, maar ook om toevoeging van nieuwe woningen. In het buitengebied zal er meer ruimte komen voor wonen. Het project voor woningen voor jongeren in de kleine kernen loopt, er zal nu ook gekeken worden naar de vrijkomende agrarische bebouwing. “Wat gaan we daar mee doen?”

Spoedzoekers helpen
In de nieuwe woonvisie is er aandacht voor spoedzoekers. Dat zijn mensen die door persoonlijke omstandigheden snel een woning nodig hebben en vaak tussen wal en schip vallen. “Daar willen we iets voor organiseren”, zegt de wethouder. De gemeente stelt er de eigen woning aan de Bredevoortsestraatweg naast het atletiekterrein voor beschikbaar. “Als de vraag groeit, kunnen we nog meer woningen beschikbaar stellen, zodat die mensen even op adem kunnen komen, terwijl ze op zoek zijn naar iets nieuws.” B en W voelt er niets voor om hiervoor recreatiewoningen te gebruiken. Daarmee geeft de woonvisie ook een antwoord op de motie van de gemeenteraad, waarin werd voorgesteld dit mogelijk te maken voor de spoedzoekers. De woonvisie moet nog financieel vertaald worden. “Maar het kan zomaar zijn dat we een miljoen gaan investeren”, zegt Kok. Daarbij wordt uitgegaan van een bijdrage van de provincie. De gemeente zal niet doen aan actieve grondpolitiek. “Zelf zoeken we niet naar nieuwe bouwlocaties”, zegt de wethouder, “Maar als het goed is om mee te doen aan plannen, zullen we dat niet schuwen.”