Column De Buitenstaander

Column De Buitenstaander

Column Buitenstaander: Lief dagboek (supermarkttafereeltje)

Opinie

Het was 07:15, ik was pril ontwaakt, lag nog dromerig tussen de lakens te zweven en dacht toch al ‘gewichtige’ dingen zoals; ‘Gas ruikt best wel een beetje als een flinke knoflookboer’ en: ‘Ik heb inmiddels best wel veel plakband rondom allerlei apparaten geplakt. Om mijn autosleutel, om mijn telefoon, de tremolo van m’n Fender Stratocaster gitaar is ook provisorisch met tape vastgemaakt en mijn portemonnee is er ook meer dan rijp voor, want bij de kassa staand strooi ik telkens als het hulpje van Sint Nicolaas, alleen dan met muntgeld.’
Toen rolde ik maar eens uit m’n bedstee.
Drie kwartiertjes later liep ik verdwaasd door de supermarkt, en eu, wat zocht ik ook alweer? Koffie dus, enne, bananen, ja en … ‘HAAAALOOO GOEDEMORGEN!!!’ (Daar hebben we mevrouw de afbakbakster weer.) Ik kromp ineen, hoorde de vullingen in mijn mond tegen elkaar krassen en dacht: Inderdaad ja, broodjes wilde ik ook. Ik keek haar aan alsof ik in een felle zon keek en zei: ‘Hoi.’
Het gebeurt me telkens weer, dat ik me ‘s morgens dagdromend in een supermarkt het totale apelazarus schrik. Types, die normaliter liever naar de punten van hun schoenen kijken, zetten plots, werkend in een supermarkt, met een vuurrode kop een keel op alsof ze in een kolkend voetbalstadion een knakworst bestellen. En da’s een briljant idee van de vestigingsmanager he. Op zo’n mooi geplastificeerd, net boven de kassa met plakband vastgemaakt kaartje, staan de verschillende opties om koning klant, met gepaste egards, verbaal op een schild te hijsen: ‘Wens de klant goedemorgen’. ‘Wens de klant goed weekend’.
Ik geef toe, da’s an sich best aangenaam. Vriendelijkheid kost geen drol maar iets persoonlijker en spontaner heeft mijn voorkeur.
Het lijkt me desondanks lollig, om er als klant eens creatief op te reageren. Antwoorden geven van pakweg tien minuten. Een larmoyant lariekoek verhaaltje ophangen, waar de honden geen brood van lusten. Dat moet je dan wel om een uur of acht ‘s morgens doen, wanneer ze zélf amper wakker zijn en er geen rij achter je ontstaat: ‘Een goed weekend zeg je? Schei effe uit zeg, potverdomme! Weekend, pff breek me de bek niet los, dáár heb ik dus echt h-e-l-e-m-a-a-l geen zin in he. Ik zou gaan wadlopen, maar met eksterogen? Nou dan weet je het wel, en ik ben pas net hersteld van een operatie, ja, van een ingegroeide geurvreter, dat stonk joh, dat stonk zo verrekte hard dat ik voor mezelf wilde wegrennen, maar dat kan natuurlijk helemaal niet, dat snap jij ook, maar ’t was gewoon niet te doen, jeetje, niet te harden, en die neus ook he, dat puntje, nou dat werd gewoon zwart, zwart zeg ik je, het stierf gewoon af, van de pure stank, en nu dus eksterogen, nou dan kan je het weekend gestolen worden. Dat zeg ik je.’
Ik ga dat binnenkort ‘ns proberen. Wellicht schrijf ik wel een stukkie tekst om in te studeren. En dan ‘ns kijken of ze de volgende keer angstvallig wegduiken wanneer ik er aan kom …