De eerste werkervaring voor de groep 15-25 jaar wordt vaak opgedaan in de horeca. Foto: Mark Ebbers
De eerste werkervaring voor de groep 15-25 jaar wordt vaak opgedaan in de horeca. Foto: Mark Ebbers

7% jongeren heeft nog geen baanervaring

REGIO - In 2023 had 7% van de 2,2 miljoen jongeren tussen 15 en 25 jaar nog nooit betaald werk gehad. Vanaf 2021 is het aantal niet-werkende jongeren voortdurend gedaald, vooral de mensen die niet op zoek zijn naar en niet beschikbaar zijn voor werk. De meeste jongeren zonder werk volgen onderwijs. Dit blijkt uit actuele cijfers van het CBS.

Vorig jaar waren er bijna 1,7 miljoen jongeren met betaald werk en 510 duizend zonder werk. Van die laatste groep hadden er 161 duizend nog nooit gewerkt, 7% van alle jongeren. Het percentage dat nooit een baan heeft gehad was - logischerwijs - het hoogst onder 15-jarigen, namelijk 28%. Bij 16-jarigen was dit al lager met 16% en bij 17-jarigen was het 10% procent. Het laagst was dit bij 22-, 23-, en 24-jarigen, van die leeftijden heeft 2% nooit betaald werk gehad.

Van de werkloze jongeren (jongeren die zoeken naar werk en ook direct aan de slag kunnen) had 20% nog nooit een baan gehad. Bij degenen met een minder grote binding met de arbeidsmarkt (jongeren die niet zoeken én niet beschikbaar zijn voor werk) was dit 40%.
Vooral werkloze jongeren hadden recent nog een baan: 60% van hen had minder dan een jaar geleden nog werk. Dat is minder vaak het geval bij jongeren die niet zoeken én niet beschikbaar zijn voor werk. De semiwerklozen (niet gezocht óf niet beschikbaar voor werk) zitten ertussenin.

In 2023 volgden de meeste niet-werkende jongeren een opleiding of studie. Jongeren die niet zoeken én niet direct beschikbaar zijn, gaven hiervoor als voornaamste reden opleiding of studie (84%), gevolgd door ziekte/arbeidsongeschiktheid (10%).

In het vierde kwartaal van 2023 gaven werkloze jongeren aan dat ze gemiddeld ruim 18 uur per week wilden werken. Bij semiwerklozen was dit met ruim 15 uur wat lager. Dit komt neer op een onbenut arbeidspotentieel van respectievelijk 63 duizend en 36 duizend vte’s bij een werkweek van 40 uur. Een vte, een voltijdsequivalent (vte), is een rekeneenheid voor de omvang van een arbeidsovereenkomst of personeelsbestand. Een vte komt overeen met de volledige werkweek van één werknemer.
Vooral onder werklozen is deze onderbenutting de afgelopen twee jaar toegenomen, zowel door een stijging van het aantal werklozen als een verhoogd aantal uren dat ze willen werken. Ook in de eerste maanden van 2024 is de werkloosheid onder jongeren toegenomen.

Het onbenut arbeidspotentieel omvat ook deeltijders die meer uren willen werken. In het vierde wartaal van 2023 waren dit er onder jongeren 241 duizend. Zij gaven aan gemiddeld bijna 8 uur per week meer te willen werken, wat neerkomt op 46 duizend vte’s. Ook dit aantal is toegenomen; in het vierde kwartaal van 2021 ging het nog om 40 duizend vte’s. Deze toename komt vooral door een stijging van het aantal deeltijdwerkers, en niet zozeer door het aantal uren dat ze willen werken.