Wethouder Joop Wikkerink in zijn werkkamer. Foto: Karin Stronks

Wethouder Joop Wikkerink in zijn werkkamer. Foto: Karin Stronks

Zeventig jaar, Beste Bestuurder kleine gemeente en veertig jaar in de politiek

Politiek

In gesprek met wethouder Joop Wikkerink

Door Karin Stronks

AALTEN – Joop Wikkerink is een icoon op sociaal gebied. Oud lijsttrekker van de Progressieve Partij, wethouder met in zijn portefeuille onder andere het sociale domein, kulturhusen en lokale/regionale media. Het sociale, mensen voorthelpen die het anders niet redden, begaan met mensen in armoede, het zit hem in het bloed. Hij is pas zeventig geworden, zit veertig jaar in de politiek en is uitgeroepen tot Beste Bestuurder van een kleine gemeente. “Van huis uit heb ik dat wel meegekregen, dat sociale. En het motto ‘niet lullen maar poetsen’.”

We zitten in de werkkamer van wethouder Joop Wikkerink. Het gesprek komt al snel op het verlies van één zetel bij de gemeenteraadsverkiezingen. “Bitter, ja. Dit had niemand van ons verwacht. We hebben een mooie campagne gevoerd, we zijn trouwens structureel actief, komen altijd onder de mensen. We houden bijvoorbeeld meedenkavonden en fietstochten, excursies. We zijn betrokken, weten wat er speelt in het dorp.” 

Op de vraag ‘wat wilde je later worden’ luidt het antwoord: “Het was heel duidelijk wat ik zou worden, de drukkerij van mijn vader zou ik overnemen. Maar dat wilde ik toen zelf ook graag! Dus ging ik naar de Grafische school in Utrecht. Liftend om kosten te besparen. Als vijftienjarige. Dat zou ik kinderen nu niet meer aanraden… Na het overlijden van mijn vader in 1973 heb ik de zaak overgenomen. We hadden negen man personeel.” Een sprong in het diepe? “Nou het ging eigenlijk best makkelijk, we zijn met het bedrijf goed doorgegaan. In 1980 heb ik besloten dat ik wat anders wilde doen, me op sociaal gebied inzetten. Eén van de personeelsleden heeft het bedrijf overgenomen.” 

Joop werkt onder andere voor de gemeenten Arnhem, Enschede en Hengelo (O). “Net zoiets als Figulus Welzijn hier in Aalten, sociaal werk”, legt hij uit. En vervolgt: “Ik vind het fijn om mensen te helpen die moeilijk aan de bak komen. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt zoals dat nu heet. Een voorbeeld, vrouwen konden, kunnen misschien nog steeds, moeilijk een lening krijgen. Zo begeleidde ik twee vrouwen die een timmer- en meubelmakersbedrijfje hadden. Zij wilden machines kopen, hadden een lening nodig, maar de bank wilde niet met hen in zee. De toen pas opgerichte Triodos bank wilde dat wel. Mensen die graag willen en niet op eigen kracht iets voor elkaar krijgen help ik dan graag op weg.” 

Hij werkt ook met woonwagenbewoners. “Dat zijn ook net gewone mensen”, glimlacht hij. “Daar is veel zwart geld, we hebben hier mensen op weg geholpen om een regulier bedrijf te beginnen, in recycling. Er waren veel woonwagenbewoners welwillend, stonden open voor onze voorstellen. Natuurlijk zijn ook daar mensen die je willen bedonderen, maar die heb je overal.” 

In Enschede helpt hij woonwagenbewoners op weg door een bedrijventerrein niet te verkopen maar via erfpacht in gebruik te geven. “Een ton ophoesten schrikt af. Maar erfpacht kunnen ze overzien.” Joop vertelt over een mooi project: “Het idee van iemand was de ‘sheltersuit’, een ontwerp van een soort slaapzaktent voor daklozen. Met hulp van de overheid en donaties kwam dat van de grond.” Hij helpt graag dit soort projecten van de grond te krijgen, het tekent zijn inzet voor minderbedeelden, zijn sociale hart. 

In 1982 komt hij in de gemeenteraad. “Plaatselijk Beraad was dat toen, een samenwerking van de kleine linkse partijen PPR, PSP en EVP, landelijk is dat Groen Links geworden. Wij hebben ons altijd sterk gemaakt voor bijvoorbeeld goede arbeidsvoorwaarden in de zorg, fatsoenlijke opvang voor vluchtelingen, het milieu en de verbetering van de positie van de mensen met een minimuminkomen.” Na de fusie met Dinxperlo wordt de samenwerking met CVP aangegaan en is de naam Progressieve Partij ontstaan. 

Op 1 februari 2018 wordt Joop wethouder. “Ik was toen net gepensioneerd, had tijd en veel ervaring op sociaal gebied.” En hij is nog altijd gedreven om zich in te zetten voor zijn doelgroep. “Wethouder zijn is een andere rol dan raadslid. De gemeenteraad komt met voorstellen en ideeën, het college moet dat vormgeven en uitwerken. Je moet ook wel eens tegen je eigen ideeën werken en dit ook verdedigen…” 

Over het algemeen is de samenwerking van het college en de gemeenteraad, ondanks de verschillen, goed te noemen volgens Joop. “Er zijn geen grote conflicten.” Of hij nog vier jaar als wethouder verder wil? Het antwoord is ‘Ja’. Deze week zijn de gesprekken met formateur Hans Martijn Ostendorp begonnen over de samenstelling van het college. Joop: “Over informateur gesproken: ik ben gisteren benoemd tot informateur in Borne. Ook leuk!”

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant